Wat is een voedselallergie?

Voeding speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Behalve sociale, culturele en gezondheidsaspecten heeft het ook veel met genot te maken. Maar wat als dit aspect beperkt is? Indien uw favoriet voedsel maagpijn, huiduitslag en misselijkheid veroorzaakt? Volgens een studie van het Duitse Robert-Koch Instituut werd bij 30 % van de Duitse volwassenen een allergie vastgesteld. Allergieën nemen in westerse landen steeds toe. Volwassenen van 18-49 jaar zijn bijzonder betrokken. Alleen 40 % van de allergiepatiënten hebben een test uit laten voeren - 60 % weten dus niet of ze een allergie hebben of niet[1].

Er bestaan diverse vormen van allergieën, waarvan een de voedselallergie is. Naast deze bestaat er ook een voedsel-intolerantie. Deze kunnen allebei een heel negatieve invloed op uw leefkwaliteit hebben. Niet alleen uw gezondheid maar ook uw sociale leven kunnen erdoor beperkt worden. Zelfs afspraken met vrienden kunnen - in geval van een verkeerde voeding - vergezeld gaan met buikpijn tot aan levensbedreigende allergische reacties. U moet altijd heel bewust eten wat veel kennis en voorzichtigheid vereist - van de betrokken persoon en van uw gezinsleden.

In dit artikel leert u meer over voedselallergieën en -intoleranties. De artikel belicht uitvoerig de verschillende vormen van voedselallergieën en hoe deze getest kunnen worden.

Voeding

Allergieën worden door een overgevoeligheidsreactie tegen lichaamsvreemde stoffen (allergenen) veroorzaakt. Een voedselallergie is dus de reactie van het lichaam op voedsel of voedingscomponenten. Stoffen zoals bijv. histamine worden vrijgegeven wat tot de typische allergiesymptomen leidt.

De twee allergie types

De twee belangrijkste types zijn de directe type allergie (= type 1) en het vertraagde type (= type 4):

Bij de directe type allergie ontstaan de klachten enkele minuten tot enkele uren na contact met het allergeen (bijv. pinda). Symptomen kunnen ook al binnen enkele seconden optreden. Met andere woorden: Als u een pinda eet kunnen al kort na de consumptie eerste symptomen optreden zoals een prikkelend gevoel in uw mond of een jeukende tong[2].

Bij het vertraagde type ontstaan de symptomen meerdere uren tot meerdere dagen na het eten van het allergeen.

Tegenwoordig kan met behulp van moderne laboratoriumtechnieken en van een bloedtest geanalyseerd worden tegen welke voedsels / voedingscomponenten uw lichaam gesensibiliseerd is, dwz. antistoffen aangemaakt heeft.

Proces van een allergiereactie

Proces van een allergiereactie

Hieronder volgt een beschrijving van het process van een voedselallergie-reactie - van consumptie tot lichaamsreactie:

Voedselallergieën zijn immuunreacties

Bij het eerste contact met een allergeen, bijv. pinda, treden geen symptomen op maar het lichaam wordt gesensibiliseerd tegen dit voedsel. Tijdens de sensibilisering worden b cellen geactiveerd met behulp van de zogenaamde TH2 helpercellen. De b cellen behoren tot de leukocyten (witte bloedcellen) die antistoffen produceren. Dit betekent dat de B cellen alleen IgE antistoffen kunnen produceren naar activering door de helpercellen. De IgE-antistoffen worden vrijgezet en binden aan receptoren op de zogenaamde mastocyten. Deze mastocyten bevatten histamine wat de typische allergiesymptomen veroorzaakt. Bij hernieuwd contact met het allergeen, bijv. tweede consumptie van dit voedsel, worden de IgE-mastocyten geactiveerd en histamine vrijgezet. Dit leidt tot een allergische reactie die zich uit in de vorm van huiduitslagen tot hoofdpijn[3, 4].

Wat is IgE?

“Ig” staat voor immunoglobuline. Dit zijn antistoffen die uit proteïne bestaan. Het lichaam produceerd deze voor een defensieve reactie op onbekende stoffen zoals bijv. bacteriën, virussen of pollen (in geval van hooikoorts). Deze antistoffen kunnen in uw bloed gevonden worden. Dit wordt type 1-allergie genoemd of directe type allergie. Voedselreacties worden meestal door type E-immunoglobulinen (IgE) veroorzaakt. Deze reageren heel specifiek met één substantie en kunnen precies in uw bloed bepaald worden. Deze immunoglobulinen worden vooral geproduceerd ter verdediging van het lichaam tegen indringende organismen (wormen of parasieten) op plek van contact.

Wat zijn de symptomen van een voedselallergie?

Er zijn diverse symptomen die op een voedselallergie of voedselintolerantie duiden. De symptomen variëren qua sterkte van nauwelijks waarneembaar tot ernstige gevolgen zoals een allergische shock. De symptomen van een voedselallergie kunnen de huid, het spijsverteringskanaal, het cardiovasculair stelsel en het ademhalingsstelsel aantasten. De symptomen treden na contact met het allergeen op, vaak binnen enkele minuten[2, 5]:

  • huidklachten: roodheid, jeuk, galbulten, eczeem
  • maag-darmklachten: misselijkheid, buikpijn, diarree of obstipatie
  • oraal allergiesyndroom: zwelling van lippen / keel / tong, jeuk in mond
  • luchtwegen: verstopte neus, droge hoest, benauwdheid, piepende ademhaling
  • hart- en vaatklachten: snelle pols, lage bloeddruk, zweten, bewusteloosheid (shock)

Worst case: anafylactische shock

De allergische shock, ook anafylactische shock genoemd, treedt meestal op als een reactie op insectenbeten, medicijnen of voedsel en is onvoorspelbaar. De vrijzetting van grote hoeveelheden histamine kan de bloedvaten behoorlijk openzetten (dilatatie) waardoor de bloeddruk drastisch daalt en dit kan levensbedreigend worden. Omdat de allergische reactie kan toenemen, moet u onmiddellijk actie ondernemen wanneer de eerste milde symptomen optreden. Alarmeer de hulpdiensten. Breng de patiënt in een optimale shockpositie totdat de arts er is (plat op de rug, benen omhoog (ongeveer 40 cm))[3, 4].

Goed om te weten:

Afhankelijk van de ernst van de allergie, kan de allergische shock al door zeer kleine hoeveelheden van het allergeen veroorzaakt worden[3, 4].

Voedselallergie: aandoeningen

Voedselintoleranties kunnen ook de bovenbeschreven symptomen veroorzaken. Daarnaast kunnen heel onspecifieke symptomen optreden die niet onmiddellijk met het voedsel geassocieerd worden. Hier vindt u een lijst met mogelijke voedsel intolerantie symptomen[2].

Wat is een kruisallergie?

In geval van een kruisallergie kan de sensibilisering bijv. door zwevende allergenen zoals berken- of bijvoetpollen plaatsvinden. Deze allergenen zijn ook in sommige voedsels aanwezig die een chemisch vergelijkbare structuur hebben wat tot overdracht van de allergie aan dit voedsel leidt. Omdat de antistoffen al aangemaakt werden tegen de pollen, kan het immuunsysteem al bij het eerste contact met dit voedsel allergisch reageren. Dit wordt inhalatie allergie genoemd.

Inhalatie allergieën zijn voor 60 % geassocieerd met een voedselallergie (kruisallergie)[1]. Inhalatie allergieën worden door zwevende allergenen veroorzaakt. Deze allergenen bereiken het bloed via de longen en kunnen zodoende tot een allergie leiden. Bij jongeren en volwassenen zijn kruisallergieën de meest voorkomende reden van een voedselallergie. Boompollen zoals berkenpollen zijn geassocieerd met de volgende voedingsmiddelen:

  • appel
  • hazelnoot
  • perzik
  • nectarine
  • kers
  • kiwi
  • wortel
  • selderij
  • aardappel
  • soja

Hoe hoog is het risico op een kruisallergie binnen een voedselgroep?

Mensen, die allergisch tegen een bepaald voedsel reageren, kunnen mogelijk ook tegen verwante voedsels reageren. Bijvoorbeeld: Degenen, die een allergie tegen garnalen hebben, kunnen ook tegen krab of langoest reageren. Iemand die allergisch tegen pinda is kan ook problemen met boomnoten zoals pecannoten, walnoten, amandelen en cashewnoten ondervinden. In zeldzame gevallen kunnen ze ook problemen met andere peulvruchten hebben (behalve soja)[5].

De onderstaande lijst geeft aan hoe hoog het risico op kruisallergieën is[6].

Voedsels en mogeleijke kruisallergieën

! Let op: Indien u een voedsel in het verleden verdragen hebt wat misschien een kruisallergie veroorzaakt, moet u het niet vermijden.

Hoe kan ik een kruisallergie vaststellen?

Het diagnosticeren van een kruisallergie is niet eenvoudig. Raadpleeg het best een allergoloog om meer over het mechanisme van een kruisreactie te weten te komen en over wat u moet vermijden. Een allergietest is misschien niet specifiek genoeg voor sommige voedsels van dezelfde “familie” - deze testen zijn vaak positief[5].

Daarom is de consumptie van een voedsel (orale provocatie) de beste manier om te weten te komen of een bepaald voedsel een reactie veroorzaakt[5].

Het motto is: “De bewijs van de pudding is in het eten.”

Samenvatting: Kruisallergieën komen steeds vaker voor in geïndustrialiseerde landen. Vooral vanwege het hoog risico op dramatische allergiereacties zoals de anafylactische shock, zijn kruisreacties een zeer belangrijk thema. In geval van een pollenallergie raden wij u aan een allergietest uit te voeren - naast de voedselreactie-test. Deze test is een simpele bloedtest. 

Pseudoallergieën

Op het eerste gezicht, is de reactie van een pseudoallergie en van een “gewone” voedselallergie dezelfde. Het verschil is dat een pseudoallergie niet door specifieke antistoffen of gesensibiliseerde cellen veroorzaakt wordt. Dit soort allergie kan dus niet door het meten van IgE antistoffen diagnosticeerd worden. De reactie hangt vaak van het specifieke voedsel af. Oorzakelijke factoren zijn bijv. kleurstoffen en conserveringsmiddelen[2].

Wat veroorzaakt allergieën?

Allergieën zijn inmiddels heel wijd verbreid en hun incidentie is in de afgelopen jaren voortdurend gestegen. Een verklaringsmodel hiervoor bestaat nog niet. Echter wordt gespeculeerd dat de hygiënehypothese een reden is. Aspecten van de westerse levensstijl gelden als een belangrijke trigger van allergieën[7]. Behalve deze aanname zijn er nog andere oorzaken van allergieën op onze breedtegraden.

Genetische achtergrond

Mensen die aan een allergie leiden zijn meestal erfelijk belast (genetische aanleg). Dit betekent dat de kans op allergie erfelijk is. Echter, alleen de waarschijnlijkheid op allergieën is erfelijk en niet de allergie zelf tegen een bepaald voedsel. Als één ouder een pollenallergie heeft kan dit tot een allergie tegen banaan bij het kind leiden vanwege de erfelijke dispositie[2]. Tot dusver konden (nog) geen speciale genen geïdentificeerd worden die met een voedselallergie verbonden zijn[8].

De hygiënehypothese: “Vuil beschermt tegen allergieën“

Volgens de hygiënehypothese is de darmflora in de vroege kindertijd alsmede de incidentie van infecties in de jeugdjaren van groot belang voor ontwikkeling van een optimaal immuunsysteem en voor het optreden van allergische ziekten in het toekomstige leven[2]. De hygiënehypothese wordt steeds interessanter omdat deze al door sommige feiten bevestigd werd. Kinderen die op een boerderij opgroeien en contact met huisdieren hebben, hebben minder vaak last van allergieën[9]. Volgens een onderzoek in Estland bleek het volgende: de darmflora van kinderen die op een boerderij leven en veel tijd buitenhuis besteden is veel gezonder dan de darmflora van kinderen in Zweden die schaarser op boerderijen opgroeien[10]. Kinderen in Duitsland hebben steeds minder contact met kiemen. Dit wordt ondersteund door hypoallergeen baby voedsel (allergie-vrije opvolgmelk) en hogere hygiënestandaarden. Zodoende heeft het immuunsysteem minder contact met kiemen en produceert aanzienlijk minder antistoffen die echter voor de afweer van vreemde stoffen noodzakelijk zijn[7].

Moedermelk - het beste voedsel tegen allergieën

Borstvoeding voor tenminste 4 maanden is ideaal voor een goed immuunsysteem van het kind. De antistoffen van de moeder worden hierdoor aan het kind overgedragen en het immuunsysteem wordt versterkt. Tot voor enkele jaren nog golden er strenge dieetvoorschriften voor zwangere en borstvoedende vrouwen om het risico op allergieën van het kind te verlagen. De vrouwen moesten of van eieren, noten, zuivelproducten of tarweproducten afzien. Het werd ook negatief geadviseerd over glutenvrij babyvoedsel. Vis was ook taboo zoals selderij of wortels. Ondertussen zijn bijzonder deze voedsels erg populair ter voorkoming van allergieën. Indien een foetus of een kind dat borstvoeding krijgt al in contact met veel voedsels komen, wordt de tolerantiegrens alsmede de tolerantie voor dit voedsel maar juist vergroot. Dit is geconstateerd in een langetermijnstudie van de “German Society for Allergology and Clinical Immunology” (DGAKI), de “Medical Association of German Allergologists” en de “German Society for Pediatric and Adolescent Medicine” (DGKJ)[11].

Goed om te weten: Als baby’s met een voedselallergie borstvoeding krijgen moet de moeder het betrokken voedsel (allergeen) vermijden.

Wat is de rol van de darmen?

Wetenschappers gaan ervan uit dat het toenemende voorkomen van voedselallergieën kan worden toegeschreven aan de veranderde samenstelling en onbalans van de darmflora. De intestinale microbiota bevat alle darmbacteriën die de darm reeds vroeg in de kindertijd koloniseren. Het humaan microbioom (het totaal van alle micro-organismen) speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling en functie van het immuunsysteem in het vroege leven. Omdat IgE-gemedieerde voedselallergieën vergezeld worden van een storing (ontregeling) van het immuunsysteem en van de darmflora, is de belangstelling groot voor een mogelijke correlatie tussen voedselallergieën en de darmflora[12].

Risicofactoren voor allergieën

Iedereen kan een allergie ontwikkelen. Tot zover zijn er geen risicofactoren bekend die een allergie bevorderen. Echter tonen veel studies aan dat de woonplaats, de leeftijd, het geslacht, de familieachtergrond en het voorkomen van andere allergieën belangrijk kunnen zijn voor het ontstaan van een allergie[13].

Verdere risicofactoren die met voedselallergieën geassocieerd worden zijn[14]:

  • atopische dermatitis
  • astma
  • vitamine D-tekort
  • corpulentie

Niet-genetische invloeden die de kans op voedselallergieën verhogen zijn[8]:

  • keizersnede
  • hoge leeftijd van de moeder

Hoe kan ik een allergie voorkomen?

Er zijn geen algemene aanbevelingen hoe u een voedselallergie kunt voorkomen en er werden (nog) geen genen geïdentificeerd die met deze aandoening te maken hebben. De huidige richtlijnen sommen preventieve maatregelen op. Sommige van deze aanbevelingen zijn echter alleen geldig voor risico families. Dit zijn families met minstens één allergisch familielid. Echter kunnen ook mensen die niet tot een risicogroep behoren rekening met deze adviezen houden. Hieronder sommen we de preventieve maatregelen voor een allergie op[15]:

Wie wordt getroffen door een allergie?

28 % van de volwassenen zeijn vandaag door een allergie getroffen

Welke soorten allergieën zijn er?

In theorie kunt u een allergie tegen alle voedsels ontwikkelen als deze een eiwitmolecuul bevatten. Vaak zijn mensen tegen meerdere voedsels allergisch. Verwante voedsels bevatten meestal dezelfde allergenen. Dit betekent dat meerdere voedsels tot een allergische reactie kunnen leiden.

Een voorbeeld: U heeft een allergie tegen visproteïne. De reactie kan echter niet alleen tegen één vissoort optreden maar ook tegen andere of alle vissoorten[2].

Wist u dat…

een gevarieerde dieet die kleurstoffen, emulgatoren en specerijen bevat, ongeveer 120 allergenen bevat?

Wat zijn de meest voorkomende voedselallergieën?

170 voedsels en voedingscomponenten kunnen allergene werking hebben, waarvan maar een heel klein gedeelte verantwoordelijk is voor de meeste voedselreacties. Veel voedsels kunnen een allergische reactie veroorzaken. De meest voorkomende zijn[6, 18]:

  • koemelk
  • ei
  • pinda
  • boomnoten
  • soja
  • tarwe
  • vis
  • schaaldieren

Koemelkallergie

Koemelkallergie is de meest voorkomende voedselallergie. Kinderen hebben er vaker last van dan volwassenen[19]. De koemelkallergie ontstaat gewoonlijk tijdens de kinderjaren en heeft zich volledig ontwikkeld tot de schoolgaande leeftijd. De koemelkallergie omvat alle zuivelproducten. In 92 % van de gevallen bestaat ook een geitenmelkallergie[20]. Dit betekent dat koemelk, geitenmelk en schapenmelk het beste moeten worden gemeden[21].

Let op: Een koemelkallergie mag niet met een lactose-intolerantie verward worden.

Kippenei-allergie

De kippenei-allergie is, behalve de koemelkallergie, de op een na meest voorkomende voedselallergie in de kinderjaren. Ook deze allergie kan verdwijnen tot volwassenheid. Bij deze allergie reageert het lichaam tegen proteïnen die in het eiwit zitten. Dit betekent dat de meeste mensen maar tegen een deel van het ei allergisch zijn en niet tegen het hele ei[6].

Goed om te weten: Koken en verwerken van voedsel bij hoge temperaturen kan of de allergene werking verhogen of verminderen, afhankelijk van het voedsel. Het roosteren van pinda’s kan bijv. de allergene werking bevorderen. Daarentegen kan het koken van eieren en melk de structuur van de proteïnen veranderen en zodoende de allergene werking reduceren[22]. De meeste mensen met een ei- of melk-allergie verdragen deze voedsels in gebakken vorm. Volgens een studie tolereren 75 % van de kinderen met een melkallergie verwarmde melk[23]. Volgens een studie in Australië verdragen 80 % van de mensen met een ei-allergie gebakken ei[24].

Notenallergie: Pinda-allergie

Een pinda-allergie kan zich in de kinderjaren of tijdens de volwassenheid ontwikkelen en deze bestaat meestal levenslang[25]. Volgens een studie verdwijnt een notenallergie die gedurende het eerste levensjaar gediagnosticeerd wordt alleen in 22 % van de gevallen in de daaropvolgende 4 jaar[23]. Een pinda-allergie is vooral zorgwekkend omdat deze vaker dan andere voedselallergieën tot allergische shock leidt met het risico op levensbedreigende allergische reactie[26, 27].

In een studie die de door voedselallergieën veroorzaakte sterfgevallen evalueerde bleek dat 31 % van de mensen aan een notenallergie overleden. Een ander punt is een hoog potentieel voor kruisallergieën die met een boomnotenallergie geassocieerd zijn. In 37 % van de gevallen bestaat een kruisallergie. Ondanks de potentieel dodeliljke en vaak voorkomende reacties tegen boomnoten werden nog geen studies uitgevoerd[20].

Vis- en schaaldieren-allergie

Een visallergie ontwikkelt zich gewoonlijk tijdens de volwassenheid en betreft alle vissoorten. U moet dus alle vissoorten vermijden tenzij een orale provocatie test bewijst dat de allergie beperkt is tot bepaalde soorten. De meeste visallergie-patiënten kunnen schaaldieren verdragen en omgekeerd.

Ook eem schaaldieren-allergie ontwikkelt zich gewoonlijk tijdens de volwassenheid. Schaaldieren omvatten ook krab en langoest, schelpdieren (slakken) incl. oesters, schelpen en inktvissen; en insecten zoals kakkerlakken, sprinkhanen en stofmijten[20].

! Gezien de ernst van een schaaldieren-allergie en de verwante reacties tegen andere schaaldieren, moeten alle schaaldieren gemeden worden[6].

Tarwe-allergie

Een tarwe-allergie ontwikkelt zich meestal in de kinderjaren en verdwijnt meestal voor de volwassenheid[8]. Ze moet echter niet met een coeliakie en een tarwe-intolerantie verward worden. In geval van een tarwe-allergie bestaat een allergie tegen het tarwe-proteïne en tarwe moet niet - zoals in geval van een celiac disease - helemaal gemeden worden. De kruisreactie met andere graansoorten is 20 %[20]. Volledige vermijding van alle granen in geval van een tarwe-allergie kan uit het oogpunt van voedingswaarde negatief zijn en is dus niet aanbevolen[21]. In geval van twijfel betreffende uw allergie tegen andere graansoorten kan een orale provocatie test uitgevoerd worden.

Andere soorten voedselallergieën: Kruidenallergie

Kruiden en specerijen behoren tot de meest gebruikte producten in verwerkt voedsel, cosmetica en tandheelkundige producten. Het probleem is dat deze in de meeste gevallen niet geëtiketteerd zijn waardoor het zeer moeilijk is om deze te vermijden. Daarnaast wordt een dergelijke allergie vaak niet door de arts gediagnosticeerd omdat er geen huid- en bloedtests bestaan. Een kruidenallergie doet zich niet vaak voor, er zijn maar 2 % van de wereldpopulatie getroffen zijn.

! Let op: Door het steeds toenemend gebruik van kruiden en specerijen in voedsels, verwerkt voedsel en cosmetica gaan de deskundigen ervan uit dat in de loop der tijd steeds meer mensen een kruidenallergie ontwikkelen. Dit betekent wederom dat de betrokken personen heel erg moeten bezuinigen. Ook mensen met een berkenstuifmeel- en bijvoetstuifmeel-allergie zijn bevattelijk voor kruidenallergieën.

Vaak komen allergieën voor op kaneel en knoflook, maar er is een brede scala van kruiden en specerijen - van zwarte peper tot vanille - die een allergie kunnen veroorzaken. Sommige kruidenmengsels bevatten tot aan 18 verschillende allergenen en het lijkt hoe pittiger het kruid, des te hoger de kans op een allergie[28].

Voedselallergie test

De klinische symptomen van een voedselallergie kunnen aanzienlijk variëren van huidaandoeningen, gastro-intestinale stoornissen, ademhalingssymptomen tot doorbloedingsstoornissen[29]. Afhankelijk van het orgaan wat in aanraking met het allergeen komt, kunnen veel verschillende symptomen en gecombineerde symptomen optreden[30]. Daarom is het raadzaam een grondige anamnese uit te voeren. Zodoende kunnen de resultaten van gezondheidschecks ondersteund worden. Daarnaast kunnen de allergie triggers bepaald worden en of deze IgE-bemiddeld zijn.

Er zijn vier soorten allergietesten[29]:

  • huidpriktest (intracutane testen)
  • specifieke IgE-test (bloedonderzoek)
  • eliminatiedieet
  • orale provocatie test

Hoe kunt u testen of u een allergie heeft?

Als u vermoedt dat u een voedselallergie of -intolerantie heeft, zijn er meerdere opties. Wat de beste methode is, hangt o.a. af van uw leeftijd, medische voorgeschiedenis en de test mogelijkheden.

Huidpriktest (intracutane test)

Deze test bepaalt binnen 20 minuten uw allergieën. Bij deze huidpriktest wordt een druppel vloeistof op de huid van uw onderarm gelegd die een allergeen bevat, bijvoorbeeld graspollen of huisstofmijt of van bepaalde voedingsmiddelen. Met een klein naaldje wordt een heel klein beetje vloeistof door de huid geprikt. Na een paar minuten kan er een bultje ontstaan en de huid kan jeuken en rood worden. Met de huidpriktest heeft u al na 20 minuten zichtbaar bewijs waar u allergisch voor bent.

  • voordeel: pijnloos, snel resultaat
  • nadeel: veroorzaakt misschien sterke jeuk

De huidpriktest is een indirect bewijs voor specifieke IgE-antistoffen op de mastocyten in de huid[30].

De specifieke IgE-test

De specifieke IgE-test is een bloedonderzoek, die het aantal IgE-antistoffen tegen de geteste voedsels bepaald. Indien de reactie positief is, kan de allergie gediagnosticeerd worden indien de anamnese ook positief is[30].

Als antistoffen gevonden worden en u geen symptomen heeft?

Als het IgE-testresultaat positief is en geen symptomen optreden, kan dit betekenen dat uw lichaam al een zelfverdediging (immuun tolerantie) opgebouwd heeft. In dit geval raden wij aan dit voedsel niet helemaal uit uw dieet te schrappen omdat dit tot sterkere symptomen kan leiden als u het voedsel weer eet. Probeer er gewoon minder van te eten. Het is raadzaam het maar om de 4 dagen te eten waardoor u uw darmen tegen beschadiging beschermt. Een kruisreactie met inhalatieallergenen is vaak de eigenlijke oorzaak voor de gemeten positieve reactie.

De specifieke IgE-test geeft uitsluitsel over de aanwezigheid van allergeen specifieke IgE-antilichamen in uw bloed (serum).

! Let op: De interpretatie van de huidpriktest en de specifieke IgE-test zijn slechts zinvol in verband met de medische voorgeschiedenis omdat een sensibilisering niet noodzakelijk allergiesymptomen veroorzaakt.

Indien er geen duidelijk resultaat is, bijv. door een onduidelijke anamnese, kan een eliminatiedieet of een orale provocatie test uitgevoerd worden[30].

IgE conclusie - wat moet ik doen?

  1. Vermijd voedsels met een reactiesterkte 1 t/m 6 die bovendien symptomen veroorzaken vermijden EN
  2. voedsels met een reactiesterkte 1 t/m 6 die GEEN symptomen veroorzaken slechts om de 4 dagen eten.
  • nadeel: de bloedafname kan pijnlijk zijn
  • voordeel: snelle en uitgebreide voedselallergie-test

De eliminiatiedieet

Eliminatiedieet betekent dat u de verdachte levensmiddelen uit uw dieet schrapt. In geval van een IgE-gemedieerde allergie mag dit dieet niet langer dan twee tot vier weken gevolgd worden. Binnen deze periode zijn de eerste resultaten waarneembaar. Zodoende kan een onnodige voedselbeperking vermeden worden[29].

  • nadeel: duurt lang en is moeizaam, “dieet fouten” zijn mogelijk
  • voordeel: de patiënten zijn actief betrokken, resultaten zijn snel waarneembaar

Orale provocatie test

De orale provocatie test wordt uitgevoerd om de diagnose van een voedselallergie te bevestigen of om de orale tolerantie van een bepaald voedsel vast te stellen. Het te onderzoeken geneesmiddel wordt onder adequate bewaking in opklimmende dosering aan de patiënt gegeven. Alleen indien er geen symptomen optreden is een duidelijke conclusie mogelijk: er is geen allergie. De provocatie wordt gestopt zodra klinische symptomen optreden of indien er tot aan het einde van de testperiode geen symptomen optreden. Deze methode draagt het risico van een allergische shock. Daarom mag deze test uitsluitend onder toezicht van een arts uitgevoerd worden.

  • voordeel: duidelijk resultaat
  • nadeel: kost veel tijd en middelen

Welke behandelingsopties zijn er?

Er zijn twee verschillende behandelingsopties: acute behandeling en langdurige therapie. De acute behandeling is een kortdurende behandeling van acute en ernstige allergische reacties. Een langdurige therapie heeft tot doel de eliminatie van het risico op toekomstige allergische reacties. Acute immuunreacties kunnen slechts met medicatie behandeld worden. Een allergische shock wordt bijv. met medicijnen zoals adrenaline, antihistaminen, luchtwegverwijders en glucocorticosteroïden behandeld.

Effecten van antihistaminen

Tot nu toe is de positieve werking van antihistaminen in geval van een anafylaktische shock nog niet helemaal bewezen.

Therapieën / Behandeling voor allergie

Tegenwoordig is er nog een effectieve behandeling nog een effectieve preventie bekend voor voedselallergieën. Ter beheersing van allergieën moeten u de oorzakelijke voedsels vermijden en u moet weten wat er gedaan moet worden indien het oorzakelijke voedsel per ongeluk gegeten wordt. Het is raadzaam voor de behandeling van een voedselallergie een gespecialiseerde arts of voedingsdeskundige te raadplegen. De gebruikelijke behandeling is begint met een eliminatiedieet in geval van een vermoede allergie. Dit betekent dat het oorzakelijke voedsel tijdens deze dieet gemeden wordt.

Daarna wordt een voedselprovocatie uitgevoerd door het opnieuw eten van het verdachte voedsel. Deze stap moet onder toezicht van een arts uitgevoerd worden omdat symptomen tot aan een allergische shock kunnen optreden. De provocatie wordt 24 uur bewaakt. Indien het resultaat positief is, d.w.z. het voedsel verantwoordelijk is voor de allergische reactie, moet op lange termijn een specifieke eliminatiedieet gevolgd worden.

In geval van een negatief resultaat is geen specifieke dieet nodig. Het resultaat is negatief als er geen symptomen optreden.

In geval van een vermoede allergie van het vertraagde type (= IgG-reactie) wordt de patiënt 48 uur bewaakt ipv 24 uur. Deze test kan een positief of negatief resultaat hebben zonder symptomen en heeft dezelfde consequenties als de reactie van het snelle type - er moet op lange termijn een specifieke eliminatiedieet gevolgd worden of geen specifieke dieet indien geen symptomen optreden[31].

Hoe wordt de diagnose voedselallergie gesteld?

De test beoordeelt 57 levensmiddelen, waarmee 95% van de mogelijke veroorzakers van allergieën en intoleranties in Europa gedekt zijn.

Groep voedingsmiddelen

IgG4 test

IgE test

Gevogelte

kip, kalkoen, ei

kip, eiwit

Vlees

rund, varken

rund, varken, lam

Vis

Alaska koolvis, zalm, tonijn, kabeljauw / dors

zalm, dors

Zeevruchten

grote garnalen

garnalen, rivierkreeft

Melkproducten

koemelk, schapenmelk, geitenmelk, caseïne

koemelk

Glutenhoudende granen

gerst, rogge, spelt

tarwemeel

Glutenvrije granen

amaranth, quinoa, mais, rijst

rijst, aardappel

Groente

-

wortels, selderij, tomaat

Zaden

-

mosterd

Gist

bakkersgist

-

Peulgewassen

soja, pinda

soja, pinda

Noten

hazelnoot, amandel, walnoot

hazelnoot, amandel

Fruit

ananas, banaan, kiwi

perzik, kiwi, aardbei, sinaasappel, appel

Overige

Gluten

-

Voedingsbehandeling van uw voedselallergie

De eerste behandelingsstap van de voedselbehandeling is de vermijding van het gediagnosticeerde allergeen (eliminatiedieet). Na deze fase van strikte vermijding wordt de dieet aangepast en alle verdachte voedingsmiddelen worden stapsgewijs weer geïntroduceerd (onder toezicht van een arts). Bij kinderen verdwijnt de allergie vaak met behulp van deze dieet binnen een tot twee jaren.

Indien u hulp bij het aanpassen van uw voedingspatroon nodig heeft, zijn wij u graag van dienst. Onze voedingsspecialisten bespreken het testresultaat met u en kunnen u tips geven hoe u deze in uw dagelijks leven kunt integreren.

Faktoren, die een allergie bevorderen

Allergie en sporten

Sportieve activiteiten bevorderen allergieën. Dit leidt wederom tot de verlaging van de drempelwaarden of tot een toename van de symptomen. De drempelwaarde is het niveau waar vanaf het allergeen een allergische reactie veroorzaakt. Dit betekent dat nu alleen sporen van het oorzakelijke voedsel al een allergische reactie kunnen veroorzaken. De zogenaamde inspannings-anafylaxie is gedefineerd door een allergische reactie tijdens het sporten of onmiddellijk daarna. Als u traint neemt uw lichaamstemperatuur toe. Indien u vóór het sporten een allergeen consumeert, kunnen symptomen zoals urticaria of jeuk optreden of u kunt zich duizelig voelen. De beste manier om een inspannings-voedselallergie te voorkomen is de vermijding van het oorzakelijke voedsel tenminste 4 tot 5 uur vóór het sporten[32].

Stress en allergie

In een studie die in het vakblad “Annals of Allergy, Asthma and Immunology” gepubliceerd werd, bediscussiëren wetenschappers van de Ohio State University (USA) de correlatie tussen stress en allergieën[33].

“Allergieën worden niet door stress veroorzaakt. Hinderlijke symptomen kunnen echter tot nog meer stress in het dagelijks leven leiden. Stress verslechterd de symptomen zoals niezen, huiduitslagen enz.’

Om deze hypothese te verifiëren, hebben wetenschappers van de universiteit van Ohio 179 deelneemers aan het onderzoek voor een periode van 12 weken gemonitord. Binnen deze periode traden bij 39 % van de deelnemers allergie symptomen op. De onderzoekers ontdekten het volgende: De deelnemers in de groep met allergie symptomen had een hoger belastingniveau dan de deelnemers in de groep met minder allergie symptomen. Daarnaast gaven de deelnemers van de “symptomen groep” aan vaker slecht gestemd te zijn[33].

Conclusie: Volgens de studieresultaten moeten allergiepatiënten meer aandacht op ontspanning besteden dan op het vermijden van allergenen. Allergiepatiënten hebben blijkbaar een verhoogde vatbaarheid voor stress. Diepe ademhaling, yoga, meditatie en stresspreventie en -beheer kunnen nuttig zijn.

! Let op: Roken is geen ontspanningsmethode en kan de symptomen versterken. !

Alcoholconsumptie

Iedereen weet dat overmatig gebruik van alcohol significante bijwerkingen heeft. Ook ten aanzien van allergieën speelt alcohol een belangrijke rol. Alcohol-verslaafden hebben hogere IgE-antistof waarden dan mensen die weinig alcohol drinken. Meestal reageren alcoholisten op ingrediënten die vaak in alcoholische dranken zitten zoals sulfieten[34]. Sulfieten worden gebruikt als conserveermiddel in wijn, maar ook in gedroogd fruit en aardappelproducten.

Conclusie: Alcohol kan allergische reacties versterken via de volgende mechanismen:

Alcoholisten hebben hogere IgE-antistof waarden dan mensen die weinig alcohol drinken; ze reageren op componenten van alcoholische dranken (bijv. sulfieten) en alcohol kan symptomen versterken.

Allergieën en infecties

Studies hebben aangetoond dat allergieën door infecties versterkt kunnen worden. De reden voor dit is dat koortsige ziekten vooral de bloedsomloop verbeteren en dit kan tot een toestroom van allergenen leiden. Bijzonder in het maag-darmkanaal is er nog een andere verzwarende factor: grotere hoeveelheden van onverteerde proteïnen dringen door de slijmvliezen. Zodoende komen deze proteïnen in aanraking met het gevoelige immuunsysteem en kunnen nog eenvoudiger een allergische reactie veroorzaken[34].

Allergieën en huidaandoeningen

De atopische dermatitis, ook bekend als neurodermitis, is waarschijnlijk de meest voorkomende huidziekte vergezeld met een allergie. Meestal zijn de binnenkanten van de ellebogen en de knieholten evenals gezicht, keel en hand- en voetgedeelten getroffen. Mensen met neurodermitis lijden aan een heel gevoelige, droge huid, die vaak gebarsten en schilferend is. Erbij komen sterke jeuk en pijn. Bij 60 % van de patiënten begint de ziekte voor het eerste levensjaar. In de laatste decennia werden talrijke triggers bepaald. Bij deze horen door de lucht verspreide allergenen zoals graspollen, voedselallergieën en bacteriële infecties[35].

80 % van de allergieën zijn verbonden aan ontstekingsziekten van de huid.

Bijzonder vaak treden voedselallergieën in combinatie met een atopische dermatitis op. In dit geval zijn vaak koemelk en kippenei provocateurs van de huidontsteking.

Wetenschappelijke conclusies

Ellman en zijn collega’s hebben in 2002 ontdekt dat ei, melk, tarwe, soja, noten en zeevruchten de hoofd-triggers (90 %) voor atopische dermatitis bij kinderen en jongvolwassenen zijn[36].

Volgens studies kan een atopische dermatitis met 50 % verlicht worden door gebruik van rijstmelk ipv allergeen koemelk[37].

Conclusie: Het kan gesteld worden dat het belangrijk is de reden van de huidaandoening te vinden zoals bij een atopische dermatitis. Voedselallergieën kunnen inmiddels eenvoudig met behulp van een bloed- of huidpriktest vastgesteld worden. In geval van een bekende allergie kan het gevoel van welzijn hersteld worden door het vervangen van het oorzakelijke voedsel.

Voedselintolerantie

Voedselintolerantie of voedselallergie? Is er een verschil? Ja zeker!

In het gewone spraakgebruik worden de begrippen “voedselintolerantie” en “voedselallergie” vaak door elkaar gebruikt. Inmiddels weet u echter dat een voedselallergie een reactie van uw immuunsysteem is op voedselcomponenten, vooral proteïnen, die per ongeluk als lichaamsvreemd bepaald worden. Een voedselintolerantie daarentegen is een andere soort reactie van uw immuunsysteem.

Wat is een voedsel-intolerantie?

Een voedsel-intolerantie is een reactie van uw immuunsysteem op bepaalde voedsels waarop uw lichaam gevoelig reageert. Anders dan in geval van een voedselallergie, worden geen IgE-antistoffen gemaakt, maar IgG4-antistoffen. Vandaar kan een voedselallergie en een voedselintolerantie met behulp van deze antistoffen onderscheiden worden. Bovendien treden de symptomen later, dvz pas enkele uren na het eten, op. De precieze oorzaak van de intolerantie is moeilijk te bepalen omdat deze per persoon verschilt.

Bijna 15-20 % van de wereldbevolking zijn van een voedselintolerantie getroffen[38].

Feiten en cijfers over voedsel-intoleranties

  • Intoleranties voor voedsels worden vaker gemeld of vermoed dan voedselallergieën. Volgens een in Groot-Brittannië uitgevoerd onderzoek wordt aangenomen dat 20 % van de huishouden een voedselintolerantie hebben. Echter kon bewezen worden dat dit voor slechts 2 % van deze 20 % geldt[39].
  • Studies hebben bewezen dat vrouwen vaker getroffen zijn door voedselintoleranties dan mannen[40].
  • Het aantal door voedselallergieën getroffen mensen neemt elk jaar toe[41].
  • Volgens onderzoek zijn ook erfelijke factoren en milieu-invloeden mogelijke oorzaken. Zelfs het niveau van onderwijs van de ouders zal een rol spelen. [42]. Deze kunnen overeenstemmen met de allergie-triggers. 
  • Voedselaversies kunnen tot symptomen van een voedselintolerantie leiden. Bijvoorbeeld, indien u tijdens de maaltijd slecht nieuws ontvangt. Vervolgens kan u lichaam elke keer als u het betreffende voedsel opnieuw eet  met intolerantie-symptomen reageren[43].

Verschillende types voedsel-intolerantie

Het begrip “voedsel-intolerantie”’ betekent of een non-IgE-reactie van uw immuunsysteem op bepaalde proteïnen, koolhydraten of andere chemische substanties of een non-IgE-bemiddelde reactie[38]. In dit laatste geval kunnen transportmechanismen in het maag-darmkanaal defect of niet-bestaand zijn als gevolg van een verstoorde of te lage enzymactiviteit[21].

In geval van een voedsel-intolerantie kan het lichaam bepaalde voedsels niet of niet volledig afbreken en metaboliseren.

De onvoldoende vertering veroorzaakt aandoeningen en de reactie vindt over een langere periode plaats.

Terwijl een IgG4-bemiddelde voedselreactie zich op voedsel-proteïnen (= antigeen) richt, kan een voedsel-intolerantie ook door andere chemische componenten veroorzaakt worden. Bijvoorbeeld kunnen voedsel-intoleranties bestaan tegen cafeïne, tegen de biogene amine tyramine in kaas of tegen de smaakversterker glutamaat.

Goed om te weten:

Biogene aminen worden van aminozuren gemaakt en hebben hormoonachtige werking. De meest gekende biogene amine is histamine.

Alle kunstmatige zoetstoffen, conserveringsmiddelen en kleurstoffen kunnen dergelijke reacties veroorzaken indien ze excessief geconsumeerd worden. Deze intoleranties zijn ook gebaseerd op niet-immunologische processen en zijn vergelijkbaar met pseudoallergieën.

Voedsel-intolerantie - Symptomen

Indien uw lichaam een bepaald voedsel niet tolereert kunnen de symptomen sterk verschillen[44]. Veel van de symptomen kunnen worden verward met symptomen van een voedsel-allergie of van een infectie. De voornamste symptomen van een voedsel-intolerantie zijn:

  • gastro-intestinale stoornissen zoals misselijkheid, braken, verstopping, winderigheid
  • hoofdpijn en migraine
  • piepende en lopende neus
  • huiduitslag
  • uitputting

Veel mensen beschouwen bijzonder de winderigheid als belastend. Deze schaamte kan uw leven dermate overheersen dat uw sociaal leven eronder lijdt. Daarom raden wij u aan een arts te raadplegen indien de bovengenoemde symptomen vaker optreden om de oorzaak aan het licht te brengen en om uw levenskwaliteit op peil te houden.

Zoals u kunt zien, zijn dit zeer vaak voorkomende symptomen. Omdat deze ook typisch zijn voor een infectie zoals bijv. een verkoudheid, kan de diagnose van een voedsel-intolerantie niet alleen aan de hand van de symptomen gesteld worden. Een bloedonderzoek is noodzakelijk om de oorzaak te bepalen.

Behandeling van een voedsel-intolerantie

Soorten voedselallergieën / malabsorptie

Ten gevolg van een malfunctie of gedeeltelijk /absoluut gebrek aan bepaalde enzymen kan het lichaam sommige voedselcomponenten niet metaboliseren. Deze rubriek betreft bijzonder substanties zoals fructose, sorbitol, lactose, gluten en histamine.

Fructose-malabsorptie vs (erfelijke) fructose-intolerantie

Ruim een op drie mensen lijden onder een malabsorptie van vruchtensuiker, ook fructose genoemd[45]. Fructose zit in vruchten en zorgt voor de zoete smaak. Deze suiker wordt met behulp van een transporteiwit van de darmen naar uw bloed vervoert. Indien de functie van het transporteiwit verstoord is, kan de fructose niet gemetaboliseerd worden.

Let op: Een fructose-malabsorptie mag niet verward worden met de ernstigere (erfelijke) fructose-intolerantie!

Sorbitol-malabsorptie

Sorbitol is een suikervervanger en wordt als zoetstof gebruikt. Sorbitol verstoort de fructose-absorptie en kan dus niet gemetaboliseerd worden omdat het omgezet wordt in fructose[46].

Lactose-intolerantie (melksuiker-intolerantie)

Een intolerantie voor melksuiker is niet meer zeldzaam. 15 % zijn getroffen door de zogenaamde lactose-intolerantie en kunnen slechts heel kleine hoeveelheden melksuiker verdragen. Dit wordt veroorzaakt door een tekort van een enzym in de dunne darm die lactose splitst zodat het lichaam het kan gebruiken. Indien het lichaam te weinig lactase produceert of indien lactase niet goed werkt kan lactose niet afgebroken worden.

Gluten-gerelateerde ziektes

Gluten-gerelateerde ziektes zijn een verzamelterm voor alle ziektes die door gluten veroorzaakt worden. Gluten-gerelateerde ziektes bevatten de (erfelijke) coeliakie en non-coeliakie gluten gevoeligheid. Glutenintolerantie en gluten gevoeligheid worden soms als synoniem gebruikt voor gluten-gerelateerde ziektes. In beide gevallen kan gluten niet getolereerd worden en veroorzaakt een immuun-gemedieerde ontsteking van de darmslijmvliezen.

Histamine-intolerantie

Een histamine-intolerantie is heel zeldzaam. Histamine is een endogene (= gemaakt door het lichaam) chemische grondstof en zit in voedsel. Sommige mensen kunnen histamine slechts gedeeltelijk of helemaal niet afbreken. In deze context speelt de diamine oxidase (= DAO) een sleutelrol.

Voedselintolerantie - Diagnose

Het is noodzakelijk een bloedonderzoek te doen voor een betrouwbaare diagnose van een voedselintoleranie. Het maakt niet uit of het een voedselallergie, -intolerantie of -malabsorptie is. Alle drie soorten verschillen qua bloedwaarden die voor diagnostiek gebruikt worden.

Voedselreactie Test

 

 

 

 

De cerascreen®voedselreactie test analyseerd of u een voedselallergie of -intolerantie voor bepaalde voedsels heeft. De test beoordeelt 57 levensmiddelen. Daarmee zijn 95% van de mogelijke veroorzakers van allergieën en intoleranties in Europa gedekt. Enkele druppels bloed uit uw vingertop zijn voldoende voor de analyse. Naast de uitkomsten van uw onderzoek (IgE- en IgG4-screening) ontvangt u een uitvoerige verklaring van uw testresultaten, achtergrondinformatie en aanwijzingen hoe u met uw voedselintoleranties en voedselallergieën kunt omgaan.

De cerascreen® Voedselreactie-test kan uitsluitend ter bepaling van een voedselallergie of -intolerantie gebruikt worden. Indien u een voedselallergie vermoedt, moeten de IgE-antistoffen gemeten worden, terwijl IgG4-antistoffen bepaald moeten worden in geval van een verdachte voedsel-intolerantie. Een IgG4-bemiddelde voedselreactie vertoont serologisch negatieve waarden[39].

Wat zijn IgG4-antistoffen?

IgG4-antistoffen zijn antistoffen die tot de immunoglobuline subklassen G (IgG) horen. Als u een voedsel eet dat u niet verdraagt vindt een verhoogde productie van IgG4-antistoffen plaats. Deze binden aan de proteïnen van het voedsel. In geval van een sterke reactie kunnen verhoogde IgG4-waarden in uw bloed gevonden worden.

Ter bestrijding van vreemde stoffen vindt een afweer- en ontstekingsreactie plaats. Echter is deze niet zo sterk als in geval van een voedselallergie. Daarom tredt deze pas na een bepaalde tijd op.

Het wordt vermoedt dat de IgG4-bemiddelde voedselreactie door een verhoogde permeabiliteit van de darmslijmvliezen veroorzaakt wordt. Voedselcomponenten kunnen dan eenvoudig de slijmvliezen doordringen en in het bloed komen wat de IgG4-productie triggert en de intolerantie-reactie opstart[40].

Het is belangrijk dat het verdachte voedsel in de weken die aan de test voorafgaan gegeten wordt. Anders kunnen geen antistoffen in uw bloed gevonden worden!

Overzicht cerascreen® Voedselreactie-test:

  • uitgebreide IgE- en IgG4-screening van uw bloed waarmee de vele oorzaken van een verdachte voedselallergie of -intolerantie kunnen worden vastgesteld. 
  • pijnloze en eenvoudige uitvoering vanuit huis
  • enkele druppels bloed uit een vingertop zijn voldoende voor de analyse
  • na slechts enkele dagen ontvangt u uw resultaten in een uitgebreid resultaatoverzicht
  • de test kan, helaas, nog gebruikt worden ter analyse van een lactose-, gluten- of histamine-intolerantie, nog van een fructose- of sorbitol-malabsorptie of van een coeliakie.

Hoe kan ik me laten testen voor voedselintolerantie?

De voedselreactie-test analyseerd in totaal 57 voedingsmiddelen. Daarmee zijn 95% van de mogelijke veroorzakers gedekt. Bestel de voedselreactie-test en stuur een kleine hoeveelheid bloed naar ons gecertifieerd laboratorium. De Voedselreactie-test geeft snel en eenvoudig uitsluitsel bij verdenking van allergieën of intoleranties van bepaalde levensmiddelen. Naast de uitkomsten van uw onderzoek ontvangt u een uitvoerige verklaring van uw testresultaten, achtergrondinformatie en aanwijzingen hoe u met uw voedselintoleranties en voedselallergieën kunt omgaan.

De cerascreen® Voedselreactie-test analyseert de volgende IgG4-antistoffen in uw bloed:

Groep voedingsmiddelen

IgG4-antistoffen

Gevogelte

kip, kalkoen, ei

Vlees

rund, varken

Vis

Alaska koolvis, zalm, tonijn, kabeljauw / dors

Zeevruchten

grote garnalen

Melkproducten

koemelk, schapenmelk, geitenmelk, caseïne

Glutenhoudende granen

gerst, rogge, spelt

Glutenvrije granen

amaranth, quinoa, mais, rijst

Gist

bakkersgist

Peulgewassen

soja, pinda

Noten

hazelnoot, amandel, walnoot

Fruit

ananas, banaan, kiwi

Overige

gluten

De oorzaken van een voedselintolerantie aan het licht brengen

Helaas is het moeilijk een voedselintolerantie zonder een bloedonderzoek aan het licht te brengen. Bijzonder vanwege de grote diversiteit van symptomen die ook tot veel andere ziekten horen, is de diagnose ingewikkeld. Sommige symptomen treden ook op bij een infectie of bij het prikkelbaredarmsyndroom, angststoornissen en chronische inflammatoire darmziekten zoals de ziekte van Crohn of colitis.

De meest voorkomende symptomen zijn buikpijn, winderigheid, diarree en huiduitslag die enkele uren na de consumptie van voedsels kunnen optreden.

Met behulp van een voedseldagboek kunt u uw intolerantie ongeveer inschatten, bijzonder indien de symptomen langer duren en vaker optreden.

Vergeet niet dat een bloedonderzoek thuis of bij een arts een veel betrouwbaarder resultaat oplevert dan een “zelfdiagnose”!

Volgens een onderzoek in Groot-Brittannië werd aangenomen dat 20 % van de huishouden een voedselintolerantie hebben. Echter kon bewezen worden dat dit voor slechts 2 % van deze 20 % geldt[39].

Indien u voor een voedseldagboek beslist, wat u ook aan uw arts, voedingsdeskundige of alternatieve behandelaar moet laten zien, wees zorgvuldig en eerlijk!

  • Noteer de juiste tijd van het eten. 
  • Noteer elk individueel voedsel en drank dat u verteert - ook indien u veel fast-food of snoep eet. Oprechtheid loont!
  • Noteer uw gezondheidsklachten die na het eten optreden. In geval van een voedsel-intolerantie kunnen de symptomen eerst een paar uur na het eten optreden.
  • Elk buik gerommel moet genoteerd worden. Dit vergemakkelijkt de diagnose van een voedselallergie.

Voor voedseldagboeken geldt de volgende regel: “Kwantiteit en kwaliteit!”

Het is beter om elk detail te noteren dan iets te verbergen. Gezondheidsmanagement vereist eerlijkheid.

Referenties

  1. Häufigkeit allergischer Erkrankungen in Deutschland, https://edoc.rki.de/oa/articles/reSp8JYqnpVo/PDF/20xkoi9E0FU4w.pdf
  2. Kasper, H., Burghardt, W.: Ernährungsmedizin und Diätetik. Elsevier, Urban & Fischer, München (2014)
  3. Skypala, I.: Adverse food reactions--an emerging issue for adults. J. Am. Diet. Assoc. 111, 1877–1891 (2011). doi:10.1016/j.jada.2011.09.001
  4. Roitt, I.M., Brostoff, J., Male, D.K. eds: Kurzes Lehrbuch der Immunologie. Thieme, Stuttgart (1995)
  5. American College of Allergy, Asthma & Immunology: Food Allergy, http://acaai.org/allergies/types/food-allergy
  6. Patel, B.Y., Volcheck, G.W.: Food Allergy: Common Causes, Diagnosis, and Treatment. Mayo Clin. Proc. 90, 1411–1419 (2015). doi:10.1016/j.mayocp.2015.07.012
  7. Graham-Rowe, D.: Lifestyle: When allergies go west. Nature. 479, S2–S4 (2011). doi:10.1038/479S2a
  8. Björkstén, B.: Genetic and environmental risk factors for the development of food allergy. Curr. Opin. Allergy Clin. Immunol. 5, 249–253 (2005)
  9. Naleway, A.L.: Asthma and Atopy in Rural Children: Is Farming Protective? Clin. Med. Res. 2, 5–12 (2004)
  10. Sepp, E., Julge, K., Vasar, M., Naaber, P., Björksten, B., Mikelsaar, M.: Intestinal microflora of Estonian and Swedish infants. Acta Paediatr. Oslo Nor. 1992. 86, 956–961 (1997)
  11. S3-Leitlinie Allergieprävention - Update 2014. Leitlinie der Deutschen Gesellschaft für Allergologie und klinische Immunologie (DGAKI) und der Deutschen Gesellschaft für Kinder- und Jugendmedizin (DGKJ), http://www.awmf.org/uploads/tx_szleitlinien/061-016l_S3_Allergiepr%C3%A4vention_2014-07.pdf
  12. Molloy, J., Allen, K., Collier, F., Tang, M.L.K., Ward, A.C., Vuillermin, P.: The Potential Link between Gut Microbiota and IgE-Mediated Food Allergy in Early Life. Int. J. Environ. Res. Public. Health. 10, 7235–7256 (2013). doi:10.3390/ijerph10127235
  13. Nwaru, B.I., Hickstein, L., Panesar, S.S., Muraro, A., Werfel, T., Cardona, V., Dubois, A.E.J., Halken, S., Hoffmann-Sommergruber, K., Poulsen, L.K., Roberts, G., Van Ree, R., Vlieg-Boerstra, B.J., Sheikh, A., EAACI Food Allergy and Anaphylaxis Guidelines Group: The epidemiology of food allergy in Europe: a systematic review and meta-analysis. Allergy. 69, 62–75 (2014). doi:10.1111/all.12305
  14. Boyce, J.A., Assa’a, A., Burks, A.W., Jones, S.M., Sampson, H.A., Wood, R.A., Plaut, M., Cooper, S.F., Fenton, M.J., Arshad, S.H., Bahna, S.L., Beck, L.A., Byrd-Bredbenner, C., Camargo, C.A., Eichenfield, L., Furuta, G.T., Hanifin, J.M., Jones, C., Kraft, M., Levy, B.D., Lieberman, P., Luccioli, S., McCall, K.M., Schneider, L.C., Simon, R.A., Simons, F.E.R., Teach, S.J., Yawn, B.P., Schwaninger, J.M., NIAID-sponsored Expert Panel: Guidelines for the diagnosis and management of food allergy in the United States: summary of the NIAID-Sponsored Expert Panel Report. Nutr. Burbank Los Angel. Cty. Calif. 27, 253–267 (2011). doi:10.1016/j.nut.2010.12.001
  15. Leitlinie_Management_IgE-vermittelter_Nahrungsmittelallergien-S2k-LL_Allergo-Journal_11-2015.pdf, http://www.dgaki.de/wp-content/uploads/2010/05/Leitlinie_Management_IgE-vermittelter_Nahrungsmittelallergien-S2k-LL_Allergo-Journal_11-2015.pdf
  16. Ho, M.H.-K., Wong, W.H.-S., Chang, C.: Clinical spectrum of food allergies: a comprehensive review. Clin. Rev. Allergy Immunol. 46, 225–240 (2014). doi:10.1007/s12016-012-8339-6
  17. RKI - Zahl des Monats - April 2017: Allergien, https://www.rki.de/DE/Content/Gesundheitsmonitoring/Zahl_des_Monats/Archiv2017/2017_4_Zahl_des_Monats.html
  18. Burks, A.W., Tang, M., Sicherer, S., Muraro, A., Eigenmann, P.A., Ebisawa, M., Fiocchi, A., Chiang, W., Beyer, K., Wood, R., Hourihane, J., Jones, S.M., Lack, G., Sampson, H.A.: ICON: food allergy. J. Allergy Clin. Immunol. 129, 906–920 (2012). doi:10.1016/j.jaci.2012.02.001
  19. McGowan, E.C., Keet, C.A.: Prevalence of self-reported food allergy in the National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES) 2007-2010. J. Allergy Clin. Immunol. 132, 1216–1219.e5 (2013). doi:10.1016/j.jaci.2013.07.018
  20. Sicherer, S.H.: Clinical implications of cross-reactive food allergens. J. Allergy Clin. Immunol. 108, 881–890 (2001). doi:10.1067/mai.2001.118515
  21. Sampson, H.A., Aceves, S., Bock, S.A., James, J., Jones, S., Lang, D., Nadeau, K., Nowak-Wegrzyn, A., Oppenheimer, J., Perry, T.T., Randolph, C., Sicherer, S.H., Simon, R.A., Vickery, B.P., Wood, R., Joint Task Force on Practice Parameters, Bernstein, D., Blessing-Moore, J., Khan, D., Lang, D., Nicklas, R., Oppenheimer, J., Portnoy, J., Randolph, C., Schuller, D., Spector, S., Tilles, S.A., Wallace, D., Practice Parameter Workgroup, Sampson, H.A., Aceves, S., Bock, S.A., James, J., Jones, S., Lang, D., Nadeau, K., Nowak-Wegrzyn, A., Oppenheimer, J., Perry, T.T., Randolph, C., Sicherer, S.H., Simon, R.A., Vickery, B.P., Wood, R.: Food allergy: a practice parameter update-2014. J. Allergy Clin. Immunol. 134, 1016–1025.e43 (2014). doi:10.1016/j.jaci.2014.05.013
  22. Nowak-Wegrzyn, A., Fiocchi, A.: Rare, medium, or well done? The effect of heating and food matrix on food protein allergenicity. Curr. Opin. Allergy Clin. Immunol. 9, 234–237 (2009). doi:10.1097/ACI.0b013e32832b88e7
  23. Nowak-Wegrzyn, A., Bloom, K.A., Sicherer, S.H., Shreffler, W.G., Noone, S., Wanich, N., Sampson, H.A.: Tolerance to extensively heated milk in children with cow’s milk allergy. J. Allergy Clin. Immunol. 122, 342–347, 347.e1–2 (2008). doi:10.1016/j.jaci.2008.05.043
  24. Osborne, N.J., Koplin, J.J., Martin, P.E., Gurrin, L.C., Lowe, A.J., Matheson, M.C., Ponsonby, A.-L., Wake, M., Tang, M.L.K., Dharmage, S.C., Allen, K.J., HealthNuts Investigators: Prevalence of challenge-proven IgE-mediated food allergy using population-based sampling and predetermined challenge criteria in infants. J. Allergy Clin. Immunol. 127, 668-676.e1–2 (2011). doi:10.1016/j.jaci.2011.01.039
  25. Peters, R.L., Allen, K.J., Dharmage, S.C., Koplin, J.J., Dang, T., Tilbrook, K.P., Lowe, A., Tang, M.L.K., Gurrin, L.C., HealthNuts Study: Natural history of peanut allergy and predictors of resolution in the first 4 years of life: A population-based assessment. J. Allergy Clin. Immunol. 135, 1257-1266.e1–2 (2015). doi:10.1016/j.jaci.2015.01.002
  26. Bock, S.A., Muñoz-Furlong, A., Sampson, H.A.: Fatalities due to anaphylactic reactions to foods. J. Allergy Clin. Immunol. 107, 191–193 (2001). doi:10.1067/mai.2001.112031
  27. Bock, S.A., Muñoz-Furlong, A., Sampson, H.A.: Further fatalities caused by anaphylactic reactions to food, 2001-2006. J. Allergy Clin. Immunol. 119, 1016–1018 (2007). doi:10.1016/j.jaci.2006.12.622
  28. Chen, J.L., Bahna, S.L.: Spice allergy. Ann. Allergy Asthma Immunol. Off. Publ. Am. Coll. Allergy Asthma Immunol. 107, 191-199; quiz 199, 265 (2011). doi:10.1016/j.anai.2011.06.020
  29. Muraro, A., Halken, S., Arshad, S.H., Beyer, K., Dubois, A.E.J., Du Toit, G., Eigenmann, P.A., Grimshaw, K.E.C., Hoest, A., Lack, G., O’Mahony, L., Papadopoulos, N.G., Panesar, S., Prescott, S., Roberts, G., de Silva, D., Venter, C., Verhasselt, V., Akdis, A.C., Sheikh, A., EAACI Food Allergy and Anaphylaxis Guidelines Group: EAACI Food Allergy and Anaphylaxis Guidelines. Primary prevention of food allergy. Allergy. 69, 590–601 (2014). doi:10.1111/all.12398
  30. MF1553_Leitlinie_Management_IgE-vermittelter_Nahrungsmittelallergien-S2k....pdf, http://oegai.org/oegai/2-PDF/MF1553_Leitlinie_Management_IgE-vermittelter_Nahrungsmittelallergien-S2k....pdf
  31. Worm, M., Jappe, U., Kleine-Tebbe, J., Schäfer, C., Reese, I., Saloga, J., Treudler, R., Zuberbier, T., Waßmann, A., Fuchs, T., Dölle, S., Raithel, M., Ballmer-Weber, B., Niggemann, B., Werfel, T.: Food allergies resulting from immunological cross-reactivity with inhalant allergens. Allergo J. Int. 23, 1–16 (2014). doi:10.1007/s40629-014-0004-6
  32. Beaudouin, E., Renaudin, J.M., Morisset, M., Codreanu, F., Kanny, G., Moneret-Vautrin, D.A.: Food-dependent exercise-induced anaphylaxis--update and current data. Eur. Ann. Allergy Clin. Immunol. 38, 45–51 (2006)
  33. Patterson, A.M., Yildiz, V.O., Klatt, M.D., Malarkey, W.B.: Perceived stress predicts allergy flares. Ann. Allergy Asthma Immunol. Off. Publ. Am. Coll. Allergy Asthma Immunol. 112, 317–321 (2014). doi:10.1016/j.anai.2013.07.013
  34. Niggemann, B., Beyer, K.: Factors augmenting allergic reactions. Allergy. 69, 1582–1587 (2014). doi:10.1111/all.12532
  35. Werfel, T., Breuer, K.: Role of food allergy in atopic dermatitis. Curr. Opin. Allergy Clin. Immunol. 4, 379–385 (2004)
  36. Ellman, L.K., Chatchatee, P., Sicherer, S.H., Sampson, H.A.: Food hypersensitivity in two groups of children and young adults with atopic dermatitis evaluated a decade apart. Pediatr. Allergy Immunol. Off. Publ. Eur. Soc. Pediatr. Allergy Immunol. 13, 295–298 (2002)
  37. Atherton, D.J., Sewell, M., Soothill, J.F., Wells, R.S., Chilvers, C.E.: A double-blind controlled crossover trial of an antigen-avoidance diet in atopic eczema. Lancet Lond. Engl. 1, 401–403 (1978)
  38. Review article: the aetiology, diagnosis, mechanisms and clinical evidence for food intolerance - Lomer - 2014 - Alimentary Pharmacology & Therapeutics - Wiley Online Library, http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/apt.13041/abstract
  39. Turnbull, J.L., Adams, H.N., Gorard, D.A.: Review article: the diagnosis and management of food allergy and food intolerances. Aliment. Pharmacol. Ther. 41, 3–25 (2015). doi:10.1111/apt.12984
  40. Shakoor, Z., Al Faifi, A., Al Amro, B., Al Tawil, L.N., Al Ohaly, R.Y.: Prevalence of IgG-mediated food intolerance among patients with allergic symptoms. Ann. Saudi Med. 36, 386–390 (2016). doi:10.5144/0256-4947.2016.386
  41. Steeb, D. med S.: Lebensmittelunverträglichkeiten So testen Sie sich selbst: Schritt für Schritt zur richtigen Diagnose. Über 60 neue Rezepte - auch für Mehrfachintoleranzen. Schlütersche (2015)
  42. Zhang, Y., Chen, Y., Zhao, A., Li, H., Mu, Z., Zhang, Y., Wang, P.: [Prevalence of self-reported food allergy and food intolerance and their associated factors in 3 - 12 year-old children in 9 areas in China]. Wei Sheng Yan Jiu. 44, 226–231 (2015)
  43. Turnbull, J.L., Adams, H.N., Gorard, D.A.: Review article: the diagnosis and management of food allergy and food intolerances. Aliment. Pharmacol. Amp Ther. 41, 3–25 (2015). doi:10.1111/apt.12984
  44. Authority, N.F., email=contact@foodauthority.nsw.gov.au, name=Helpline, telephone=1300 552 406 within Australia, or +61 02 9741 4850: Allergy and intolerance, /foodsafetyandyou/life-events-and-food/allergy-and-intolerance
  45. Laktose - Fruktose - Sorbit: DAAB, http://www.daab.de/lebensmittel-allergietag/laktose-fruktose-sorbit/
  46. Berni Canani, R., Pezzella, V., Amoroso, A., Cozzolino, T., Di Scala, C., Passariello, A.: Diagnosing and Treating Intolerance to Carbohydrates in Children. Nutrients. 8, 157 (2016). doi:10.3390/nu8030157
  47. Food intolerance, https://www.nhs.uk/conditions/food-intolerance/
© 2015 - 2024 24gezondheid.nl | sitemap | rss